( H I C C I T Y ) is de werktitel van mijn huidige project. Ik gebruik de expositieperiode van de groepsexpositie Reality Check in In Transit dus voor het tonen van een work-in-progress. Niet toevallig gaat dit werk ook over werk.

In de titel zitten een paar belangrijke associaties of verwijzingen. Ten eerste verwijst het naar het concept haeccity van het filosofisch duo Deleuze en Guattari, een filosofisch concept dat wel wordt vertaald met ‘ditheid’, waarmee het unieke en relationele aspect van gegevenheden worden gedacht. ‘Ditheid’ gaat daarmee over hoe het specifieke hier en nu van de dingen een configuratie is, of, om dichter bij de taal van Deleuze te blijven, een assemblage. Van de oneindige veelheid van mogelijkheden van de ditheid zien we meestal maar een paar. Dat zijn de perspectieven die we gewend zijn, het ‘normale’, het ‘algemeen gangbare’. Het ‘zo is het toch gewoon’. Wat is er nog meer? Wat is niet zo zichtbaar maar wel belangrijk? Wat wordt naar de achtergrond gedacht, weggedacht? Kan het ook anders?
De tweede verwijzing is die naar de afkorting HIC, wat staat voor High Income Country, een term die een bepaalde economische ontwikkelingsstructuur beschrijft. Nederland behoort tot de High Income Countries. Hoe leven we in onze verstedelijkte HIC, met z’n 24-uurseconomie, met de doorgaande individualisering en atomisering en de gefragmenteerde publieke ruimte, waarin we elkaar ontmoeten en herkennen als consumenten (hoe zie je eruit?) en als arbeidskrachten (‘wat doe je?’ en de publieke, politieke en politiek-economische dimensie op een vage, ongewisse manier uit beeld verdwijnen. Ik reflecteer hierop vanuit mijn positie en ervaringen als vrouw. Mijn lichaam is dat van een vrouw, ik leef vanuit ervaringen van vrouw zijn. Ik ben een vrouwelijk geseksualiseerd object, ik heb kinderen gebaard en verzorgd, ik ben moeder en alle arbeid die ik daarbij verricht heb verdwijnt uit beeld in de algemene inschakeling als werkende in onze maatschappij. In de Tegenlichtnieuwsbrief van 12 januari jongstleden stond een mooi artikel van Emma Haastert hierover, getiteld ‘Hoe het huishouden het kapitalisme ongezien in stand houdt‘. De titel spreekt denk ik voor zich. De consequentie van het neoliberalistisch kapitalisme is ook in landen als Nederland, met zijn relatief goed ontwikkelde ‘maatschappelijk vangnet’ en zogenaamde egalitaire structuur, voor vrouwen nog steeds heel anders dan voor mannen. De zorgtaken, de loonkloof, het is een bekend thema, maar de specifieke uitwerking op onze levens blijft onderbelicht. Vrouwen zijn meer onderhevig aan de precariteit* dan mannen, met name wanneer zij in kreupeltijd** terecht komen. Vrouwen worden weggezet als ‘deeltijdprinsesjes’ wanneer zij geen full time functies bekleden omdat leven voor hen in de eerste plaats betekenis krijgt door zijn relationele aspecten: vormgeven, lichaam-geven, aan zijn met vrienden, geliefden en met aandacht en bewustzijn voor elkaar en je omgeving zorgen, met de extra kwaliteit van dit te doen in het licht van het groter geheel, het nadenken over normen en waarden. Hannah Arendt dacht met haar indeling van arbeid, werk en handelen na over vrijheid, maar het is de vraag hoe in onze ingeschakelde samenleving de vrijheid gestalte krijgt wanneer we tot in de vezels van de privéruimte gedisciplineerd en gedeprivatiseerd zijn.
‘Gedeprivatiseerd’: uit te werken met: We never sleep, Kathrin Röggla (2009, Wir schlafen nicht (2004)), Byong-Chul Han, Agamben(?), en meer.
[* Precariteit: Zie bijvoorbeeld: Thijs Lijster, Verenigt u! Arbeid in de 21ste eeuw, (Prometheus: Nieuw Licht, 2019)]
[** Kreupeltijd: Zie bijvoorbeeld: Tanny Dobbelaar, ‘Wie gezond is, gedraagt zich als suiker in de thee‘, Dagblad Trouw, 16 november 2024, ook te vinden op: www.tannydobbelaar.nl/publicaties]
Het woordbestanddeel haec komt overigens uit het Latijn; het is een aanwijzend voornaamwoord en betekent ‘dit’ of ‘dat’. Haec is de vrouwelijke vorm van het woord. De mannelijke vorm, die je het eerste leert als je Latijn leert, is hic.
Hic city.
De locatie op het station is voor mij de aanleiding voor dit project. Het is een plek waar enorm veel mensen dagelijks langskomen op weg naar hun werk, of van het werk weer terug naar huis. Ik heb een installatie gemaakt die vanaf het perron te bezichtigen is en die een verbinding legt tussen het individuele existentiële perspectief van wat het betekent om te bestaan en het onderhevig zijn aan het ingeschakeld staan in onze maatschappij met zijn specifieke economische ordening. In de ruimte die ik op deze manier ingericht heb, verken ik het medium performance. Mijn installatie, de wereld waarin ik mij beweeg, verandert door het werk dat ik verricht. Wat ik doe, verandert door de wereld waarin ik mij beweeg.
In mijn installatie maak ik gebruik van diverse digitale middelen. Het tonen van techniek, van technische middelen, is ook een formeel esthetische keuze. Met mijn esthetische ordening spiegel ik de high tech actualiteit van onze samenleving en verhoud ik me tot het werk dat ermee gepaard gaat. Tegelijk onderzoek ik ook welke rol deze media kunnen spelen in mijn artistieke ontwikkeling.
( H I C C I T Y) is een project, een werk, een artistieke verkenning, een residency.